De inbraak
Een dinsdagochtend, secretaris Paul krijgt een bericht binnen; er is ingebroken bij de roeivereniging en Lekko. Paul is op zijn werk en kan niet weg en licht René in. René haast zich naar Lekko. Rond dat zelfde tijdstip komt Leo zijn viskajak halen en ontdekt wat zojuist aan Paul is gemeld. Hij mag niet naar binnen en kan dus niet bij de telefoonnummers om iemand van het bestuur te waarschuwen. Leo gaat terug naar huis en stuurt een e-mail. Dan ben ik ook op de hoogte en bel ik René om te vragen waar hij op dat moment is. Later kom ik ook aan bij Lekko waar René op dat moment overlegt met de politie, die op dat moment sporenonderzoek verricht. Terwijl ik met de sleutelservice bel neemt René contact op met Bert die even later samen met Ria komt helpen.
De daders zijn binnengekomen door met een smal maar stevig metaal de nooddeur van voldoende speling te voorzien om vervolgens met groter materiaal de nooddeur open te breken. Vervolgens moet de bardeur er ook aan geloven, met de sleutels van achter de bar worden alle kasten geopend en bekeken. Tevens nemen ze kopiesleutels mee. Ook bij de roei worden sleutels ontvreemd. Er moet vanuit worden gegaan dat ook de poortsleutels buit zijn gemaakt en ook de poortcilinder moet worden vervangen. Nog meer sleutels, nog meer kosten.
Omdat niemand weet of de daders nog terug zullen komen wordt al snel besloten om de sleutels te vervangen. Een dure noodzaak. Met de nieuwe cilinders op zak keer ik terug naar Lekko waarna Bert direct de nieuwe cilinders plaatst.
De volgende dag doet René aangifte bij de politie en controleert Magda of er wat te verhalen valt. Dat is niet zo, dekking tegen inbraak kost bij een afgelegen gebouw veel geld en bovendien geldt er een eigen risico van 1.000,-. Dat zou weggegooid geld zijn.
De rest is u bekend, via e-mail is iedereen geinformeerd over het verdere verloop.
Een hoop pech, maar gelukkig is daar een potje voor. Zonde geld, dat wel.